Aurélien Jacob is een spilfiguur op de Bretonse surfscene. Ook al is hij geen Fransman, toch vertegenwoordigt hij de golf van de Golf van Biskaje tot aan de Côtes-d’Armor. Hij is extreem activist, ervaren surfer, lolbroek, internationale held en ook surfinstructeur.
Aurel brengt zijn tijd door aan zee, of die nu rustig of woest is. Samen met zijn vrienden Ronan en Ewen is hij naar Indonesië getrokken voor een avonturenfilm: Hij vertelt ons over Iles Usions en onthult de plot van hun nieuw project. Hier volgt het eerste deel van een lang telefoongesprek …
“Kan je jezelf in grote lijnen voorstellen?
OK, goed, luister, ik kom uit het oosten van Frankrijk, en doordat mijn vader beroepsmilitair was, hebben we veel gereisd, onder andere naar Guyana en Réunion. Daar ben ik op mijn achtste begonnen met surfen. Toen zijn we in 1995 in Bretagne aanbeland zodat ik daar in het zesde leerjaar kon starten. Sindsdien heb ik veel gereisd, maar uiteindelijk heb ik me hier gevestigd. Ik heb in de vier departementen van Bretagne gewoond. Dus surf ik nu al 22 jaar, vooral in de omgeving.”
“Hoe ben jij eigenlijk beginnen surfen?
Mijn vader is triatleet, dus als kind nam hij ons vaak mee naar het zwembad. In Guyana brachten we veel tijd op het strand door en op La Réunion woonden we naast een surfplek. Ik had al snel gemerkt dat er op de basisschool voortdurend een stel blonde gasten rondhing, het waren surfers. Ze zaten al in een club, het was makkelijk om met hen in contact te komen en initiatielessen te volgen. We speelden in de golven met kleine bodyboards, en de dag dat mijn leraar me een surfplank gaf en ik mijn eerste golf heb gepakt was voor mij een openbaring. Dus heb ik mijn ouders de oren van hun kop gezeurd om op woensdag, zaterdag en zondag te mogen gaan.
Als je eenmaal de smaak te pakken hebt, kan je niet meer zonder. Toen werd mijn vader overgeplaatst naar Bretagne, en hoewel het surfen veel minder is uitgebouwd qua media en infrastructuur, zijn er toch veel surfscholen en clubs. Ondanks de kou en het feit dat we surfpakken moesten dragen, was het gemakkelijk om door te gaan met deze passie.”
“Is surfen in Bretagne speciaal? Wat zijn de kenmerken van de regio?
Bretagne heeft een zeer grillige kustlijn van 2.800 kilometer, met een noordkust aan het Kanaal, een westkust laten we zeggen aan de Atlantische Oceaan, en een zuidkust in de Golf van Biskaje. Bijgevolg zitten we hoog genoeg in de Atlantische Oceaan om veel depressie te hebben. Net zoals bij het vissen en zeilen is surfen zeer moeilijk met de getijden, stromingen en rotsen. De Atlantische kust is even speels als de Franse. Deze is zeer lineair maar zorgt wel voor systematisch droge plekken, die overspoeld worden wanneer de deining te groot is, of wanneer de wind niet in de juiste richting zit, waardoor je een beetje rommelige golven krijgt.
Bretagne is heel speciaal in vergelijking met de rest van Frankrijk, in die zin dat je bijna het hele jaar door kunt surfen als je de plekken en hun typische kenmerken goed kent: het waterpeil, de getijden, de stroming, de richting van de deining en de wind. Daarentegen, hoe verder je naar het zuiden van Frankrijk gaat, hoe meer de kust eruit ziet als een mooie snelweg. Dat betekent dat zodra de wind en de omstandigheden een beetje rot zijn, je niet kan surfen en iets anders moet doen. Ik overdrijf natuurlijk wel, maar het is wel min of meer zo. Als je bereid bent om wat kilometers te doen, kan je in Bretagne altijd ietwat behoorlijke golven vinden en in het water gaan.”
“OP zoek gaan naar golven is dagelijkse kost …
Ja, dat klopt wel.… Anderzijds is de koolstofvoetafdruk van de Bretoense surfers positief (glimlacht). Vandaag ben ik bijvoorbeeld in Lorient, ga ik naar Loquirec, dat duurt twee uur, morgenochtend ga ik foto’s nemen op een geheime plek, daarna ga ik terug naar dezelfde plaats … Je brengt meer tijd op de weg door dan op je surfplank, maar qua golfkwaliteit is dat heel uitzonderlijk.…”
“Kan jij je als je reist gemakkelijker aanpassen omdat op je zeer verschillende golven surft?
Ja, dat klopt. Ik vergelijk niet graag, maar Baskenland heeft rotsgolven, de Landes. Daar zijn nog steeds een heleboel zandplekken zoals aan de hele Atlantische kust; In Bretagne hebben we ook zandplekken de zogenaamde ‘beach breaks’, maar we hebben ook veel pieken en veel ‘rif’-plekken [rotsplekken-nvdr]. Veel plekken zijn klassieke gevallen met lange, normaal rollende golven. We hebben ook veel ‘slab’-golven, die zijn een beetje krachtiger, gevaarlijk, aan de rand van de rotsen, met zeer weinig water. Het zijn zeer technische golven. Dus als je reist, en je bevindt je op golven die op koraalriffen rollen, hoef je niet bang te zijn omdat je al op rotsgolven hebt gesurft en weet wat je kan verwachten. Hoe dan ook, ik begon te surfen op plekken met rotsen en koralen. Dus toen ik in Bretagne kwam, bijvoorbeeld in competitieverband, was ik meer op mijn gemak en uiteraard iets minder onder de indruk van de hollere en krachtigere golven.
“Je hebt met je vrienden Ewen en Ronan een speciale reis ondernomen, je hebt een film gemaakt, Des Îles Usions, die erg indrukwekkend is, kun je ons meer vertellen over dit project?
Des Îles Usions is het project van drie stedelingen die in harmonie leven met ‘de samenleving’, samen met wat dat ons als comfort kan bieden. Het is bijvoorbeeld gemakkelijk om je auto te nemen, te gaan surfen, naar de bakker te gaan, ik bedoel snel iets te eten te vinden, ’s nachts goed te slapen om de volgende morgen bij zonsopgang fit te zijn. En ook al wordt surfen beschouwd als een coole sport, het is uiterst fysiek. En als je een zeer goede levenskwaliteit hebt, kan je fit blijven en goed surfen.
Het doel van Des Îles Usions was om te weten of wij drieën, ver weg van de samenleving, ons evenveel op ons gemak zouden voelen op een onbewoond eiland als we met eigen middelen een een surfplank moesten overleven. We hebben het project opgestart, we hebben onze sponsors gevraagd om ons te helpen (met dank aan hen, ze worden op de website vermeld) om naar Indonesië te gaan, met 120 kilo aan apparatuur, zonnepanelen, onderwater shotguns, surfplanken, enz …
Het kostte ons een maand om een onbewoond eiland te vinden. Het is erg ingewikkeld om een eiland te vinden zonder mensen en met goede golven. Over het algemeen is het niet de plaatselijke bevolking die van de golven geniet, maar de buitenlandse surfers. We hebben een eiland met twee golven gevonden, één rechts en één links, en het doel was om zo lang mogelijk te overleven. Vandaar de titel Des Îles Usions. We wilden 40 dagen en 40 nachten blijven, we vroegen een visser die twee uur van het eiland woonde om ons af te zetten. Alleen waren we na 23 dagen doodop.
En ook al konden we wat tijd vrij maken om te gaan surfen, toch waren we dagelijks bezig met het zoeken naar hout, het aangewakkerd houden van het vuur, het graven van een gat om water te vinden, het zuiveren ervan, het vechten tegen natuurelementen zoals regen en stormen, en vooral het vinden van voedsel en het klaarmaken van eten, en niet te vergeten het gezond blijven.”